er is een gaarde, de Hof van Eden
gelegen in het oosten van het land
en van grote schoonheid, ongemeten,
tot stand gekomen door God's eigen hand

een hof, vol met bloemen en met bomen
schoon om te zien en om van te eten
met in ' t midden van de hof gekomen
twee bomen waar we de naam van weten

de boom van kennis van goed en van kwaad
met God's raad om daar van af te blijven
en de boom die voor 't eeuwig leven gaat
zo heeft de Heer het willen beschrijven

in Eden's Hof, daar ontsprong een rivier
en deze splitste zich er in vier stromen
zorgend voor water voor land, mens en dier
de Pison en Gison, 't wordt vernomen

en zo ook de Eufraat en de Tigris
gaand' naar landen met balsemhars en goud
en alwaar ook de steen chrysopraas is;
die landen met water omsloten houdt

aan Adam en Eva gaf God die hof
om te bewaren en te bebouwen
om er te zijn met Hem, zingend Zijn lof
zo zal God omgaan met Zijn getrouwen

zo bleef het niet maar het zal weer zo zijn:
de Heere Zelf herstelt alle dingen,
de Hof van Eden, die is God's domein
wij zullen daar Zijn lof eeuwig zingen

bij : Genesis 2 : 8 - 15
Alleen ingelogde dichters van de gedichtensite kunnen reageren.

Comments powered by CComment