Daar stonden ze dan met hun vriend,
die lam was, ziek en moe.
Ze hadden Jezus' werk gezien.
Ze wilden naar Hem toe.
Geloof, dat had hun hart vervuld.
Hun hoop vond vaste grond.
Die sprak met liefde en geduld
- Hij redt, Hij maakt gezond.
Maar ach ... de Heer nu zo dicht bij
maar toch: het pad gedicht.
Hun last weegt zwaar, wie keert het tij?
Is er nog hoop in 't zicht?
Doch ..... ware liefde is creatief
en vindt haar eigen weg.
Verstoken van zelfs 't minst gerief
komt men op 't dak terecht.
Wie zoekt die vindt. 't Gaat om een vrind:
Men laat hem zachtjes neer,
tot daar, waar hij zijn Redder vindt
aan de voeten van de Heer.
En Jezus ziend op hun geloof
spreekt hem van zonden vrij.
De farizeeërs mompelen:
'Godslasterlijk is Hij!'
Die Heer, die schuld vergeven kan,
doorziet hun slechtigheid:
Hij wendt zich tot Zijn vijand dan.
Zijn wijsheid wordt tot feit:
'Wat is gemakkelijker' sprak Hij,
'dat Ik zondeschuld vergeef
of dat Ik zeg: 'Sta op leef!'
Zeg ‘t, als u het antwoord weet!'
Dan zwijgen boze tongen stil.
God raakt de zieke aan.
De lamme loopt, om Jezus' wil.
Hij kan naar huis toe gaan.
Hij jubelt luid en prijst de Heer
en heel de schaar doet mee.
Geloof is 't, hoop en liefde saam
daar, bij God's liefde zee.
(Luc . 5:17‑26)
12 juni 2001
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.