Zij had gewacht totdat Hij kwam
met vastberadenheid.
Zij wist, uit al wat zij vernam:
Hij redt en Hij bevrijdt!
En toen het uur gekomen was
toen riep zij Jezus na:
'Mijn dochter is zo ernstig ziek,
O Heer, geef toch gena!'

Hij deed als zou Hij verder gaan ....
Had Hij haar wel gehoord?
Hoe storend, hoe onaangenaam.
Zij kermde al maar voort.
Toen sprak de Heer: 'Het brood is voor
Mijn volk, .... de honden niet!'
.................................
'Ook honden eten van het kruim
en U verbiedt dat niet!' 
Zo sprak de vrouw .... Hij werd ontroerd:
'Vrouw, je geloof is groot..'
't Geloof, dat God verhoren zou
ten spijt van wie 't verdroot.
Verbaasd keek Jezus haar recht aan
en uit Zijn eigen mond
heeft zij gehoord, heeft zij verstaan:
'Je dochter is gezond!'

Wij denken na: Hoe rijk zijn wij
aan tafels vol met spijs.
Zo eten, drinken, leven wij.
Maar ..............
zijn wij waarlijk wijs?
Nu rijst de vraag zo levensgroot,
zo ernstig actueel:
Geven wij God wel 't hele brood,
of ....... slechts een 'hondendeel'?
Wat bieden wij de Vader aan
die ons zo rijk bedacht?!
Of schuiven wij slechts kruimels af
aan Hem, die het leven gaf??

(Marc. 7:24 30)