het leek een mooie dag te wezen:
de zon die scheen, ’t was lentetijd
bloemen volop, nu geldt te dezen:
dat wordt een dag met heerlijkheid
temeer, om daar naar toe te leven:
de zevende dag van de week,
met sabbathsrust, door God gegeven;
maar ‘t ging niet zo, naar ’t aan ons bleek

we waren buiten de stadsmuren
daar werden kruisen opgericht,
het zou daarbij niet lang gaan duren
voor ’t einde kwam aan ’t levenslicht;
bij een van hen werd weergegeven
in grieks, hebreeuws, en in latijn
waarom men Hem had afgeschreven
en voorgoed van Hem af wou zijn

het luidde: Jezus Nazarenus,
Rex Iudeorum stond er na
zo was ’t geregeld door Pilatus
toen, op die dag op Moria,
zo had Pilatus het bevolen
voor ‘t Agnus Dei, Lam van God
’t geschiedde, ’t werd ook niet verholen
en er werd zelfs ook om gespot

zo ging het op die vrijdag verder
voor Hem, Die daar alles volbracht,
voor Jezus Christus, onze herder;
soldaten hielden er de wacht;
het werd middag, de tijd kwam nader
dat het tot overlijden kwam,
Zich Zelf beval Hij aan de Vader
Die toen Zijn Geest van Hem wegnam

Hij werd van het kruis afgenomen
en in een nieuw graf neergelegd,
op Paasmorgen heeft Hij hernomen
het leven, als door Hem voorzegd,
o wat een Morgen van verblijden:
de Heer is waarlijk opgestaan!
dat geldt voor toen en alle tijden
met dat geloof mogen we gaan

op onze reis door ’t aardse leven
hoe het met ons ook moge gaan,
Zijn Woord dat is aan ons gegeven:
wij zullen straks rondom Hem staan,
en wat een Dag zal dat gaan wezen:
een Zon Die schijnt, in lentetijd
bloemen volop, nu geldt te dezen:
Zijn Dag, een dag vol heerlijkheid

bij Mattheüs 27: 33 e.v.; Marcus 15: 22 e.v.;
Lucas 23: 33 e.v.; Johannes 19: 16 e.v.