’weet je wel
hoeveel ik van je hou…?

eerst door het raam
voorbij de maan
en dan van ster
naar ster
naar ster
en dan weer terug
en nóg een keer
stééds weer!’


had hij gezegd

hoe lief hij
liefde vleugels gaf...

en elke avond weer
stééds weer
de verste weg had afgelegd


zijn grootste liefde
paste niet
in de reikwijdte
van zijn kleine armpjes