Toen de haan eenmaal gekraaid had,
was er de ontgoocheling
van verdriet en machteloosheid,
schaamte van  verloochening.
Dat wat Petrus toen voorspeld was,
waarop hij toen zei: ‘Dat nooit!’
kwam toch uit, zo werd zijn leven
totaal overhoop gegooid.

Kijken wij nu naar ons zelf:
Hoe vaak kraait voor ons de haan,
die symbool staat voor de schaamte
en ontkenning van Gods naam?
Horen wij die haan wel kraaien,
wat ons hart vervult met spijt?
Zien wij wel de nieuwe toekomst
die komt met de Pasentijd?

’t Licht van Pasen zal weer stralen,
dat ons naar die toekomst voert.
D' onvoorwaardelijk liefde
alle hanensnavels snoert.
Pasen, feest van ’t nieuwe leven,
nemen wij Gods goedheid waar.
De verloochening van Petrus?
Daar kraait dan geen haan meer naar.
U bent niet geauthoriseerd om reacties te posten.

Reacties mogelijk gemaakt door CComment