hij vroeg
niet om een dialoog
met hoogdravende
nietszeggende woorden
 
hij gaf geen lezing
over de wet
tegenover genade
 
hij zag
de hebzucht,
de gokkers,
de schande en schade
 
hij beantwoordde
geen enkele vraag
 
hij sprak pas
na de gesel
van kleine koorden
 
rollende munten
kirrende duiven
de maat was vol
 
‘het huis van mijn Vader
is geen rovershol’
 
hoe zal Hij bij ons
binnenkomen vandaag?