Licht vermag zoveel
dat het geen wonder is
dat God Zelf licht schiep.

Hoe zouden wij bestaan
zonder licht, dat leven geeft,
ondersteunt, heelt en geneest,
bemoedigt, troost, koestert,
licht dat verlicht, verwarmt,
tot baken en ook gids is.

Licht dat het ongeziene zichtbaar maakt,
licht dat alle ongerechtigheid onthult,
licht dat alle kleuren in zich draagt,
instrument is tot meten en wegen,
licht dat lassen kan en kloven.

Letterlijk licht draagt grote rijkdom in zich.
Hoeveel temeer dan wel Gods licht en
weten dat Jezus Licht der wereld is?
Hij biedt zicht, inzicht, uitzicht en
verlicht tot kennis en wijsheid.

Waar ligt desondanks
verlangen naar de nacht,
wegkruipen in het donker,
zich verstoppen daar waar
minst licht, meest duister is?

Waar toch ligt nog de prikkel
in de wereld zonder licht,
het rijk der duisternis,
de eeuwige dood?

Diep in mensenharten wortelt angst
voor de duisternis, ligt op de loer,
slaat zomaar meedogenloos toe,
in zovele verschillende vormen.

Tijdens het komend Lichtfeest
van de Redder ons geboren,
beangst ons de pandemie,
haast onzichtbare vijand.

God heerst nu en eeuwig,
troost met: "Vrees niet,
Mijn Licht is geboren
en zal nooit doven."

2005 {jcomments on}