Ze was al jarenlang alleen
maar eenzaam was ze niet,
ze maakte deel uit
van een vrouwengroepje,
ze rummikubten bij de één
en bij de ander
deelden ze een snoepje.
Ze maakte kruiswoordpuzzels,
las een boek
en nodigde vaak mensen uit
of ging zelf op bezoek.
Was lid van kerk
en vrouwenbond en koor,
zo bracht ze in gezelschap
fijne uurtjes door
totdat ze vergeetachtig werd,
haar woning moest verlaten,
het vrouwengroepje kleiner werd,
ze woorden zocht in ’t praten
maar haar geloof maakte haar sterk,
ze kende “Onze Vader”,
voelde zich samen met Hem één,
zong psalmen van genade,
zo troostte zij met haar gezang
en haar gebed aan tafel
meer dan ze zelf ooit heeft beseft,
Hij gaf haar nieuwe waarde.