De televisie, kijkbuis, noem ik kwelbuis,
want veel wat via dat medium wordt gebracht
gaat over diepste ellende, duisternis, zwarte nacht.
Een ander groot deel dat zendtijd van omroepen beslaat
bevat erotiek, spellen, sport, wilde muziek en dans: leeg vermaak.
Niet verwonderlijk dat ik, indien ik dáárnaar kijk, in verwarring raak.
 
Ik wil op de hoogte blijven van de politiek:
alles wat speelt draait dáárom, geld en macht,
dat maakt me alleen maar depressief, ja, doodziek!
Hoe kan ik een boom zijn, geplant aan waterstromen?
Hoe kan ik het vermijden: in de kring der spotters komen?
 
Mijn tegenwicht, om God te eren,
bestaat uit over Zijn schepping leren.
In élke uitzending dáárover komt aan bod
dat die creatie in alles getuigt van onze God!
 
Zo zag ik een documentaire over bijen,
gemaakt ten tijde van corona, in één tuin.
Hierin, overvol met lente- en zomerbloemen,
bleken hónderd soorten in het rond te zoemen!
De flora bood volop door elke soort benutte kansen
om welhaast onafgebroken hun leven voluit te dánsen.
 
Zodoende besefte ik, ik was
met mooi weer op mijn terras,
dat ik een paringsdans waarnam
van twee bijen, bij gaten in een muur.
Ze slaagden erin dat dáár hun nest kwam.
 
Het maakte dat ik hun nijver metselwerk
meermaals verwonderd, bewonderend, bekeek:
een aantal gaten gedicht, in minder dan een week!
 
Metselbijen, ook wel knuffelbijen genoemd,
hadden zonder het mij op te laten merken,
dagen achtereen in het rond gezoemd
om nectar en stuifmeel te vergaren.
Door zo’n wonder te bewerken,
eeuwenlang, gefilmd in járen,
was de kijkbuis voor even
een wonder in mij leven.
 
Ook als mijn gezondheid me met de narigheden gaf te stellen
kon ik mijn hulpverleners dat metselwerk tonen en erover vertellen.
Dat ik dat als een Godsgeschenk ervoer heb ik al die keren niet genoemd,
maar dat Hij me een zóveelste wonder gaf, hebben die bijen me toegezoemd.
 
Psalmen: 1 | 8:2,4,5