Zoals die kwetsbaar kleine vogel,
Vaak hulp'loos in zijn handen lag
Voelde vaak zijn onvermogen
Te rechten, 't onrecht wat hij zag

Onverzettelijk en krachtig
Waar mens of dier zijn nood aangaf
Zijn lieve handen dan vaak machtig
Als een roeping, tot aan 't graf

De vogel weer te stimuleren
Zijn eigen vleugels uit te slaan
Waarna hij haast niet kon verteren
In vrijheid hem te laten gaan

Want overal loerde 't gevaar
Dat wat hem lief was, zo kon haten
Juist daarom viel het hem zo zwaar
Om ook zijn kind'ren los te laten

Vermoeid door al die zware zorgen
Door liefd' en plicht teweeggebracht
Vloog zijn ziel die vroege morgen
Vrij naar zijn Vader, 't was volbracht
Marian van der Veen-Niemeijer