Toen God dieren naar hun aard tot leven riep,
nog geen Adam in het paradijs was en daar sliep,
maakte Hij muizen, die daar evenzo mochten huizen.
 
Het eerste muizenpaar
leefde vredig met elkaar.
Ze hadden een ballon
die danste naar de zon.
 
Op een dag ontstond paniek:
“Wat deed je met die scháár?
Nu is het touw kapot.
Dat was onze verbinding met God!”
Ze voelden zich dóódziek.
 
Ze zeiden al gauw,
zonder elkaar iets uit te leggen:
“We gaan sorry zeggen.”
God gaf ze toen een nieuwe ballon,
met een drievoudig snoer als touw. *
 
Zodoende mochten ze later mee
in de ark die Noach bouwde,
omdat ze doorheen heel hun levenszee
op elkaar, maar vooral op God vertrouwden.
 
Genesis 1:24,25 | 2:18-21a | 6:7 | 7:2 | 8:1, 17 | * Hosea 11:4a
 
Nader uitgewerkt versje bij kinderkaart met ballon, touw, schaar en twee muizen.