Als ik de wind
in de bergen
hoor,
naar de toppen
kijk van die
landpuisten,
weet ik:
de aarde
leeft.

Ook op een
begraafplaats
zweeft de dood
over een akker
vol levend wezen.

Lopend
door het
leven,
is God
om mij
heen.

In de
bergen
of op de
dodenakker,
Hij is er
altijd en eeuwig.

Een
zekerheid
die de
onzekerheid
van het aardse
leven doet verdwijnen.