In Zijn Vaders hand lag Hij in diepe rust.
Toen stak er opeens een hevige storm op.
Zalig was Hij zich van geen kwaad bewust,
doch zij keken tegen torenhoge golven op.

Angstig riepen zij  : "Word wakker, Heer,
de boot staat vol water, een storm raast,
de wind buldert, hij gaat verwoed tekeer,
Heer, ontwaak toch, we verdrinken haast !"

Hij stond op en met een krachtige stem
sprak bevelend uit : "Zwijg en wees stil !"
Gezwind gehoorzaamde de storm Hem,
gaf prompt daarop gehoor aan Zijn wil.

"Waarom zijt ge bevreesd ?", vroeg Hij toen,
"ge zult ongedeerd komen aan de overkant,
hebt gij dan geen vertrouwen in Zijn doen,
Mijn Vader, die u behoudt in Zijn hand ?"

Als we windhozen en stormen tegenkomen,
varend in onze levensboot naar de overkant,
al valt het ons zwaar 't gemoed in te tomen,
laten we evengoed be-rusten in Zijn hand.