Zij hadden hun schaapjes geteld,
maar hadden ze niet op het droge.
Als herders die vrij in het veld,
plots hoorden het Woord uit de hoge.
Een engel vertelde van ’t Kind,
in Beth’lem in ’t kribje geboren.
Waar het zich in doeken bevindt,
Licht dat in de wereld deed gloren.


Zij zochten op aandrang het Kind,
wat zij in de kribbe bevonden.
Aanbaden, die mensheid bemint,
gekomen voor schuld en haar zonden.
Zij gaven hun hart aan de Heer,
aan ’t Kindje ook met hen bewogen.
Dat schonk hen uit hemelse sfeer,
hun schaapjes nu zijnd op het droge.


Zij kregen de hemelse schat,
die ’t Kindje aan hen deed onthullen.
Door God in Zijn heilswoord vervat,
en dit in Zijn Zoon liet vervullen.
Dit Kind uit het hemelse oord,
wat Hij op de aarde liet dalen.
Als mens werd het vleselijk woord,
gekomen uit d’ hemelse zalen.


Bent u ook een herder die gaat,
vandaag om dit Kind te aanbidden?
Waarom u misschien heeft gevraagd,
er is en dat leeft in ons midden.
Dit Kind schenkt u hemelse schatten,
uw schaapjes op ’t droge eens heeft.
Een rijkdom die niet te bevatten,
Hij gaarne aan iedereen geeft!
Justus A. van Tricht