Met Kerst ontvouwt een tafereel zich jaar
na jaar : op een geschikt klein plekje krijgen,
in dagen die zich als een bidkrans rijgen,
de kerstfiguren hun bestemming, waar

zij blijven tot het paasfeest van dat jaar.
In 't stalletje bewerkt met fijne twijgen,
plaatst zij voorzichtig elk figuurtje, zwijgend
verplaatst zij in gedachten licht zich naar

waar 't Kind, het Licht, het levenslicht aanschouwde,
een kribbe kreeg als plekje om te slapen.
Zijn leven trekt aan haar voorbij, vertrouwde

gebeden wellen in haar op; rechtschapen
was Hij, die liefde 't grootste goed beschouwde,
Zijn liefde, voor de mens het sterkste wapen.