Niet altijd was mijn pad
de wens door mij gekozen
of ging, door ik weet niet wat,
over geurige rode rozen
menig doorn boorde in mijn voet
en kleurde de aarde
met mijn rode bloed
wat ik herinnerend bewaarde.
Niet altijd ging mijn pad
door vlakke groene weiden
met hemel helder of mat
zonnegloed aan alle zijden,
ook over bergen, door dalen
rivieren of woestijn,
zware inspanning of falen
lagen op mijn levenslijn.
Toch volg ik het pad wat ik begon
in al mijn levensdagen
tot aan lichtende horizon
zonder al te veel vragen
naar het hoe en waarom
in de hoop dat ik kan dragen
tot ik eens in Eden kom.
Vier weken wachten,
vier weken van advent,
bijna zijn de weken om,
bijna krijgen we het geschenk.
Dan geeft de Vader ons Zijn Zoon
en zingen wij van 't kind geboren,
dat voor ons op d’ aarde kwam,
in een wereld zo verloren.
God zegt: ‘Ik geef je nog véél meer,
een heerlijk feest dat nog gaat komen,
een feest van terugkeer, een feest van licht,
een feest waar al Mijn kind’ren over dromen".
Vier weken wachten,
vier weken van advent.
Bijna zijn de weken om,
bijna krijgen we dít geschenk.
Als Jezus komt, dan is de wachttijd om,
dan komt Hij terug van boven,
dan gaat Hij nooit meer van ons heen,
en mogen wij de kaarsen doven.
Kerstfeest is:
Waar een Vaderhand een mensenhand ontmoet.
Waar de hemel de aarde blij begroet.
Waar een hart zich openstelt voor Hem
en zich haast naar Bethlehem.
Waar een Koningskind hem wacht.
Waar de vrede wordt gebracht.
Waar het donker wordt verlicht,
tot een prachtig vergezicht.
Kerstfeest is:
Waar het Vaderhart zich buigt naar mij
en zegt: ‘Mijn kind Ik houd van jou,
kom jij maar dichterbij’.
Jezus is de weg tot `t leven,
wil ons moed en krachten geven.
Is een lamp voor onze voet,
die voor struikelen behoedt.
Geeft ons licht in donk`re nachten,
zalig wie Zijn hulp verwachten.
Halleluja. Halleluja.
Als er een woeste storm raast door je hoofd,
je niet weet met welke wind je moet varen,
je op de wrakstukken drijft van je geloof,
een vloedgolf van twijfel je blind doet staren,
je doelloos ronddobbert in de duisternis,
je geloof onder de golven zal verzinken,
het licht van de toren heel ver te zoeken is,
je laatste overtuiging dreigt te verdrinken....
laat uit je hart oprecht oprijzen een vuurpijl :
" Red mij, Heer, ik wil U niet verwerpen ! " ,
dan zal Hij oprecht vol vreugde in allerijl
jou Zijn eeuwige reddingslijn toewerpen !
"Vraag (alsof je leven ervan afhangt), en er zal je gegeven worden!"
Geef mij vleugels als vogels
de vinnen van een vis
snelheid als een jaguar
de stem van een leeuw
de slimheid van de vos
maar geef mij nooit
de tong van een slang.
Laat mij drijven op de wind
schieten door het water
ijlen door de velden
spreken tot mensen
in talen van de Geest
maar niet met de woorden
aangereikt door het beest.
Een golf rolt keer op keer,
binnen- en buitengaats,
voortdurend heen en weer
en vindt geen vaste plaats,
zo is wie keer op keer
het onvolprezen Woord
van onze Heer,
met open oren hoort,
maar vragend door
de dagen gaat,
de twijfel met zich dragend
en metend met
de menselijke maat,
zich het houvast
ontnemen laat,
bij alle vragen
blijft de zekerheid
dat wij bestaan in God,
vertrouwen is de
gouden draad die
ons met God verbindt,
alleen die echte Vader
weet wat goed is
voor zijn kind.
Van tijd tot tijd zijn er mensen
- tot dominees aan toe -
die zich volkomen laten leiden
door ontkenning van Christus' bloed.
Ze komen soms zelfs zo ver,
dat zij twijfel zaaien alom.
Ze keren niet alleen de Morgenster,
maar heel de geloofszekerheid om.
Zij preken dat het christendom
geen zekerheden kent
en dat al wie nog naar de kerk komt
in zijn gehoor moet worden verwend.
Maar komt dat overeen met hoe God het wil?
Is die twijfel dan gezond?
Persoonlijk maakt dit mij angstig stil,
ik zak er haast van door de grond.
Ik weet: het is ieders goed recht
te geloven wat hij wil.
Maar ik gun geen medemens iets slechts,
daarom roep ik: wees eens stil!
Het mooie van het christelijk geloof
is in mijn ogen juist,
dat God in het algemeen belooft,
dat Hij ons leven onbetwijfeld doorkruist.
-----------------
In het achterhoofd bij dit gedicht zitten het boek 'Het algemeen betwijfeld christelijk geloof' van H. Kuitert
en de discussies die enige tijd geleden in Zeeland plaatsvonden.
Ik besef hierbij, dat mijn persoonlijke visie niet 'ieders visie' kan zijn,
maar het heeft mij destijds wel serieus persoonlijk geraakt.
Heer red mij uit mijn nood, / zij loeren op mijn dood, niets is mij meer gebleven. Zij spotten om mijn lot, / en zeggen: zelfs zijn God houdt hem niet meer in leven. Maar God, U bent mijn eer, / mijn veilig schild o Heer, ik word door U gedragen. U hebt mijn klacht gehoord, / van Sion klinkt uw woord als antwoord op mijn vragen.
Hoe goed is dat ik weet, / dat God mij niet vergeet, dus heb ik niets te vrezen. Ik leg mij rustig neer, / ontwaak ik, Hij, mijn Heer, Hij zal er voor mij wezen. Al vallen op mij aan, / die mij naar 't leven staan en mij de pas afsnijden, ik ben toch niet alleen, / God houdt mij op de been, Hijzelf zal mij bevrijden.
Toon Heer uw grote kracht, / uw majesteit, uw macht en red mij uit hun handen. Bezoek hen met uw wraak / en sla hen op de kaak, verbrijzel al hun tanden. U slaat de vijand neer, / U redt ons keer op keer, uw naam is hoog verheven. Waar U uw volk ontmoet, / wilt U in overvloed uw rijke zegen geven.
Wie hier graag een licht wil zijn
in deze donkere dagen,
maar zich wellicht vol twijfel
al lang loopt af te vragen
of zijn lichtje zo heel klein
tot Gods eer zou kunnen zijn.
Zijn antwoord aan de twijfelaar:
“plaats het op de kandelaar”.!
Want ook het kleinste lichtje
verspreidt zijn licht rondom
en samen met de anderen
is het een optelsom.
Zo worden al die lichtjes
een prachtig stralend licht
van vele kleine lichtjes
het is een mooi gezicht.
Jezus het Licht der wereld.
mogen wij verder dragen
en wijzen op de Heer
aan mensen met hun vragen.
Verstop je lichtje niet
want het is nooit te klein.
Om op de kandelaar te staan
en licht voor Hem te zijn.
Heer, laat er toch vrede komen,
oorlog is er overal.
Laat Uw liefd` over ons stromen,
dat er geen haat meer wezen zal.
U heeft satan overwonnen,
op het kruis op Golgotha.
Hoor o Here, mijn gebeden,
geef toch vrede, geef gena.
Hij kent mijn vallen en mijn falen,
en toch laat Hij mij nooit alleen.
Ik mag Hem kennen door verhalen,
Hij geeft zijn kind voor brood geen steen.
Hij kent mijn nukken en mijn grillen.
Hij weet waar ik te kort in schiet.
Hij ziet waar ik me zal vertillen,
maar hij verlaat me daarom niet.
Hij weet mijn ontrouw, mijn vergeten,
mijn onverschilligheid, mijn pijn.
Hij ziet mijn radelooshied, niet meer weten,
maar wil toch altijd bij mij zijn.
God kent me, maar blijft toch mijn vriend.
Waar vind ik zo een vriend op aarde?
Hij blijft bij mij en onverdiend
geeft Hij me daarmee nieuwe waarde.
God kent me, laat me deze vriend vereren.
Hij is dichtbij in vreugde en smart.
Ik mag bij Hem in alle tijden tot Hem keren.
Hij is de troost, de vrede van mijn hart.
Iedere zekerheid roept weer vragen op.
Vragen waarop we niet een antwoord vinden.
Maar wel een liefde die aan onze harten klopt
en ons aan Zijn vragend hart wil binden.
Wil je geloven dat Ik boven vragen uit
jou een weg wijs waarop je leert te leven?
Al klinken je twijfels soms nog zo luid,
Ik zal je eens een eeuwig antwoord geven.
Durf je te vertrouwen in het donker van de nacht?
Dat er een morgen komt waar je angst zal verdwijnen?
Dan worden je twijfels een stille, heilzame kracht
waarin de zon van Mijn liefde zal schijnen.
Iedere zekerheid roept weer vragen op.
We hoeven nu niet een antwoord te vinden.
Maar Zijn geloof dat aan onze harten klopt
en ons aan Zijn vragend hart zal binden.
Maakt u veel gebruik van deze site en wilt u ons helpen met een financiƫle ondersteuning voor de hosting klik hier>>> voor de gegevens om een bijdrage over te maken.